Balans tussen traditie en moderniteit: Een gesprek met architect Job Beerthuizen
11 maart 2025
Job Beerthuizen heeft zijn visie naadloos vertaald naar de landelijke en moderne architectuur van Tuindershof. Met oog voor detail en functionaliteit heeft hij een dorpse sfeer gecreëerd, rijk aan variatie en karakter.
Hoe verbond u uw inspiratie aan het beeldkwaliteitsplan voor landelijke en toch moderne architectuur?
Als Architect bij Van Manen vertelt Job dat het soms een kwestie van geluk is wanneer je een beeldkwaliteitsplan tegenkomt dat perfect past bij je visie. “Voor Tuindershof was dat het geval. Het plan bood direct een geweldige basis, waardoor het idee snel ontstond om een optimistische, zonnige versie van ‘het beste van Pijnacker’ te creëren.” Voor ‘De Erven’ was er echter een andere uitdaging. “Hier moest ik de traditionele hiërarchie van een erf, met een hoofdgebouw en bijgebouwen, vertalen naar het ontwerp. De meer rijk gedetailleerde hoofdgebouwen aan de Europalaan vormden het vooraanzicht, terwijl de woningen aan de Meander – verder achterin – een soberder en modernere detaillering kregen. Deze woningen moesten een wat meer ondergeschikte uitstraling hebben, passend bij de landelijke sfeer. Daarom verlengden we de daken, zodat de goothoogte aan de Erven onder de drie meter bleef. Aan de Meander konden de woningen een ander, tegengesteld gezicht tonen, met meer open gevels en soms een hogere goot.”
Hoe vond u de balans tussen esthetiek en functionaliteit in het ontwerp?
“Als je een heel functionele woning van twee lagen-en-een-kap neemt en daarvan de kap doortrekt, creëer je extra ruimte op de begane grond. Dit biedt bijvoorbeeld plek voor een berging of een ruimere keuken. Zeker voor de woningen aan het water is dit praktisch omdat zij geen achterom hebben. Tegelijkertijd zorgt de lage goot voor een landelijke uitstraling.” Volgens Job is het een kwestie van het vinden van de juiste balans, waarbij de esthetische waarde van het ontwerp en de praktische bruikbaarheid van de woning elkaar versterken.
Welke specifieke architectonische elementen creëren een kleinschalige, dorpse sfeer?
Job licht toe dat deze sfeer vooral voortkomt uit de stedenbouwkundige opzet, met verspringende bebouwing die zich aanpast aan het dorpse karakter van Pijnacker. “We hebben goed gekeken naar fragmenten die in positieve zin opvallen. Dit kan bijvoorbeeld een historische kleurcombinatie zijn, zoals een gevelsteen in geel met rode accentstenen, een opvallende roedeverdeling in de ramen of het versterken van de ontspannend verspringende rooilijn met afwisselende kapvormen.”
Hoe draagt de integratie van groen en speelplekken bij aan een gevoel van rust en ruimte?
“De integratie, net als de loop van de Meander en de straten, is bepaald door de stedenbouwkundige ontwerpers die zich over het plan hebben gebogen, waaronder Kevin Welling, Floor Marree en Jeroen Goes. De landschapsarchitecten van Sant&Co hebben het beplantingsplan verzorgd, met bomen, hagen en bloemen die de natuurlijke sfeer versterken.” Job voegt toe dat een leuk detail het tuinhek is, dat speciaal ontworpen werd om aan te sluiten bij de architectuur van de Tuindershof waardoor de verbinding tussen het groen en de woningen wordt versterkt.
Welke uitdagingen waren er bij het ontwerpen van energie-efficiënte woningen?
Job vertelt dat de Tuindershof is aangesloten op een lokaal warmtenet, dat energie-efficiëntie bevordert door verbinding met de Plas van Buijsen. “In combinatie met goede gevelisolatie was slechts een beperkt aantal zonnepanelen nodig om het project duurzaam te maken.” Het inpassen van PV-panelen op een traditioneel dakvlak is altijd lastig. “Maar met het beperkte aantal panelen werd de opgave net wat eenvoudiger.